Beleidsplan

STICHTING HELDEN DER ZEE FONDS ‘DORUS RIJKERS’

ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nr. 41149211

Algemeen Nut Beogende Instelling krachtens Beschikking Belastingdienst

dd. 20 september 2008; fiscaal nr. 0027.66.711

                                   

BELEIDSPLAN

 

Vastgesteld op 18 november 2020

 

 

Historie

 

Het Dorus Rijkers Fonds (afgekort "DRF") werd opgericht op 29 april 1923. Op de statuten werd Koninklijke Bewilliging verleend bij Koninklijk Besluit van 17 oktober 1923, No. 83.

 

Art.1 van de statuten luidde:

De Vereeniging draagt de naam van Helden-der-Zee-Fonds “Dorus Rijkers” en is gevestigd te ’s Gravenhage.

In Art.2 werd als doel omschreven:

Het doel der Vereeniging is het verleenen van steun:

1e  aan behoeftige in Nederland wonende redders van schipbreukelingen, welke redders als

     schipper of deel der bemanning van reddingbooten of particuliere vaartuigen, reddingen  

     verricht hebben op de Nederlandse kust (Zuiderzee-kust inbegrepen);

2e  aan behoeftige weduwen van de sub 1e genoemde redders;

3e  aan behoeftige nagelaten betrekkingen van de sub 1e bedoelde redders, omgekomen bij

     redding van schipbreukelingen op de Nederlandse kust.

 

De beroemdste redder aller tijden was Dorus Rijkers (27 januari 1847-19 april 1928), wonende te Den Helder. Begonnen als beroepsmatige vletterman werd hij later schipper van de Helderse reddingboot en heeft dat tot op hoge leeftijd volgehouden. Onder zijn leiding werden talloze schipbreukelingen veilig aan wal gebracht.

Dorus was in de loop van zijn leven een nationale held geworden. Enige vorm van oudedagsvoorziening was echter niet aanwezig. Evenmin was er enige voorziening voor nagelaten betrekkingen bij overlijden van de kostwinner. Dorus leefde op hoge leeftijd bij zijn dochter Doortje in Den Helder in grote armoede. Om een fiets te kopen moest hij zelfs een van zijn gouden medailles te gelde maken.

Bij een aantal Nederlanders begon het besef door te dringen, dat ondersteuning van de oude dag en van eventuele nagelaten betrekkingen van dit soort nationale helden dringend noodzakelijk was. Dit vormde de oorsprong van het DRF.

 

Nadat het vermogen van de Vereniging in de loop der tijd aanzienlijk was toegenomen, heeft het hoofdbestuur conform art. 6 van de statuten dat vermogen aangewend tot de oprichting op 29 april 1966 van de eveneens te ’s Gravenhage gevestigde stichting Stichting Beheersraad van het Dorus Rijkers Fonds teneinde het beheer daarover te voeren.

De besturen en raden van commissarissen van de Vereniging en van de Stichting hebben sindsdien te allen tijde uit dezelfde personen bestaan.

 

In 1989 werd het doel van de Stichting uitgebreid met de doelstellingen als bedoeld in art. 24 van de Successiewet en het verrichten van uitkeringen voor het behoud en de instandhouding van maritieme cultuurgoederen.

 

Omdat de Vereniging geen eigen vermogen meer had, reeds lang geen wervende of andere activiteiten meer ontplooide en slechts bestuursleden en commissarissen als leden kende, kwam het Hoofdbestuur van de Vereniging tot de conclusie, dat het voortbestaan van de Vereniging als zelfstandige rechtspersoon niet langer benodigd of gewenst was.

Teneinde echter eventuele testamentaire beschikkingen niet verloren te laten gaan, werd de Vereniging niet ontbonden, doch besloten het Hoofdbestuur van de Vereniging en de Raad van Beheer van de Stichting om de beide rechtspersonen te laten fuseren, met de Vereniging als verdwijnende rechtspersoon en de Stichting als verkrijgende rechtspersoon. De fusie kwam tot stand bij notariële akte van 31 oktober 2005, waarbij de Stichting de oorspronkelijke naam van de Vereniging overnam. Deze is sindsdien genaamd: Stichting Helden der Zee-Fonds “Dorus Rijkers”, gevestigd te ’s Gravenhage.

 

De statutaire doelstelling van de Stichting luidt thans:

  1. Het doel der stichting is het verlenen van steun:
    a. aan behoeftige in Nederland wonende redders van schipbreukelingen, welke redders als  schipper of deel der bemanning van reddingsboten of particuliere vaartuigen reddingen verricht hebben op de Nederlandse Noordzee kust of de grote binnenwateren;
    b. aan behoeftige in Nederland wonende weduwen of weduwnaars van de sub a genoemde redders;
    c. aan behoeftige in Nederland wonende nagelaten betrekkingen van de sub a bedoelde redders, omgekomen bij redding van schipbreukelingen;
    d. aan in Nederland gevestigde maritieme reddingorganisaties;
    e. aan in Nederland gevestigde charitatieve, culturele, wetenschappelijke, educatieve of het algemeen nut beogende instellingen met een maritieme achtergrond;
    en

    f. ten behoeve van de instandhouding en het behoud van Nederlands maritiem erfgoed.
  2. De stichting tracht haar doel mede te bereiken door samenwerking met andere organisaties of personen, die een soortgelijk doel beogen en dat door dezelfde of gelijksoortige middelen trachten te bereiken.
  3. Het Bestuur beslist over de wijze waarop ondersteuning wordt verleend. Niemand kan ooit enig recht op ondersteuning doen gelden.

 

Werkwijze

 

In het kader van het uitkeringsbeleid blijft de primaire doelstelling ondersteuning van het Nederlandse reddingwezen, bestaande uit uitkeringen aan oud-redders van de KNRM, voorzieningen ten behoeve van de overgangspensioenen van de KNRM en ondersteuning van de behoeften van Nederlandse reddingsorganisaties, zoals de aanschaf van reddingboten en ander materieel. Daarnaast is er een verscheidenheid aan uitkeringen aan maritiem charitatieve instellingen en doelen. Een overzicht van dergelijke uitkeringen over het voorgaande jaar wordt bij de jaarrekening gevoegd.

 

Reeds een aantal jaren is een samenwerkingsverband gerealiseerd tussen de zes grootste maritieme fondsen in Nederland, ook wel aangeduid als de Samenwerkende Maritieme Fondsen (hierna ook te noemen "SMF"):

-  Stichting Helden der Zee-Fonds “Dorus Rijkers”, ‘s Gravenhage

-  Stichting Vaderlandsch Fonds ter Aanmoediging van ’s Lands Zeedienst, Amsterdam

-  Stichting Fonds Directie der Oostersche Handel en Reederijen, Amsterdam

-  Stichting Admiraal van Kinsbergenfonds, Amsterdam

-  Vereniging “De Prins Hendrik Stichting” sedert 1874, Amsterdam

-  Stichting Ondersteuningsfonds Nationaal instituut voor Scheepvaart- en Scheepsbouw, Rotterdam

 

De samenwerking is geformaliseerd middels een Protocol d.d. 14 november 2007, dat voorziet in een 2x jaarlijks voorzittersoverleg, onder wisselend voorzitterschap en met een eigen secretariaat.

Doel van de samenwerking is het behoud van maritiem erfgoed en het financieren van gezamenlijke maritiem gerichte projecten, die door hun omvang voor één fonds te groot zouden zijn.

 

 

Vermogen en vermogensbeheer en uitkeringsbeleid

 

De Stichting streeft ernaar om, met instandhouding van het oorspronkelijke vermogen, de jaarlijks ter beschikking staande middelen aan te wenden voor de doeleinden als hiervoor vermeld. De doelstelling van het stichtingsvermogen, de richtlijnen voor het te voeren beleggingsbeleid en onderwerpen zoals verantwoording en rapportage, administratie en functiescheiding, en vergoeding, onkosten en verzekering zijn geregeld in het Reglement Financieel Beheer tevens Beleggingsstatuut (hierna ook "Financieel Reglement"), laatstelijk vastgesteld op 15 mei 2019.

 

Het bestuursbeleid is erop gericht om het oorspronkelijke vermogen, met inachtneming van de jaarlijkse inflatie, tenminste in stand te houden voor het bereiken van de statutaire doelstellingen.  Er wordt geen actieve fondsenwerving gepleegd. Wel kan er nog sporadisch sprake zijn van erfstellingen en legaten.

 

Het beleggingsbeleid heeft als doel een resultaat te genereren, dat het mogelijk maakt voor de lange termijn uitkeringen te doen aan de in de doelstelling genoemde begunstigden. Het gewenste gemiddelde niveau van de uitkeringen is 2,5 tot 2,75% van het belegde vermogen. In verband met de kosten van ca. 0,5% is het streefrendement van de portefeuille tenminste 3 – 3,25%.

 

Uitkeringen (met ingang van 2019 ad €1.200 per jaar; voorheen ad €545 per jaar) aan oud-redders van de KNRM worden gedaan vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd, mits de ontvanger aantoont niet meer inkomen te hebben dan 1,5 maal de AOW. Daarnaast is een aantal jaren geleden besloten uitkeringen te verstrekken aan oud-redders van de KNRM die (op dat moment) 80 jaar of ouder waren, ongeacht hun inkomen. Ook zij komen desgewenst in aanmerking voor de (verhoogde) uitkering ad €1.200 per jaar, indien zij een inkomen genieten van niet meer dan 1,5 maal de AOW.

 

Kerstpakketten worden verstrekt aan oud-redders van de KNRM vanaf de AOW-leeftijd.

 

 

Administratie en kosten

 

De financiële administratie van de Stichting wordt verzorgd door een administrateur, die niet in dienst is van de Stichting maar wel een vergoeding ontvangt. Deze bereidt tevens de jaarrekening voor, die wordt onderzocht door een accountant en van een samenstellingsverklaring voorzien. De penningmeester rapporteert tweemaal per jaar aan het Bestuur.

Behoudens de kosten van administratie en accountantsonderzoek zijn er geen andere kosten voor de Stichting. De leden van het Bestuur ontvangen geen vergoeding voor de door hen uitgeoefende taken.

 

 

Jaarrekening

 

De door de accountant onderzochte jaarrekening, bestaande uit een balans en staat van baten en lasten, voorzien van een toelichting, wordt jaarlijks in de jaarvergadering van het Bestuur besproken en vastgesteld. De jaarrekening wordt in beginsel opgesteld conform richtlijn 640 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

 

 

FIN Code Goed Bestuur

 

In zijn vergadering van 18 april 2018 bekrachtigde het Bestuur zijn eerdere (principe) besluit om zich te committeren aan de FIN Code Goed Bestuur, zoals vastgesteld in de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Fondsen in Nederland van 23 november 2017 (de "Code").

 

 

Beleidsonderwerpen

 

De hierna besproken, in de Code aan de orde zijnde onderwerpen zijn vastgelegd in het voorgaande van dit Beleidsplan dan wel in de statuten van de Stichting of in het Financieel Reglement en het Reglement Richtlijnen benoeming leden van het Bestuur, laatstelijk vastgesteld op 15 mei 2019 (beide Reglementen hierna ook gezamenlijk te noemen de "Reglementen"). Ter bevestiging daarvan dan wel ter aanvulling daarop geldt het volgende, mede rekening houdend met de aard en omvang van de Stichting:

 

  1. de organisatievorm (als stichting) is neergelegd in de statuten en de wet, inclusief regelingen voor de besluitvorming;
  2. de besluitvorming door het Bestuur ter realisering van de statutair bepaalde doelstellingen en het beleid geschiedt met inachtneming van de statuten en de Reglementen;
  3. het actuele beleggingsbeleid wordt uitgevoerd conform het Financieel Reglement;
  4. het actuele uitkeringsbeleid geschiedt met inachtneming van de jaarlijks, conform het Financieel Reglement, vastgestelde begroting en aan de hand van de door de Stichting rechtsreeks of via de SMF ontvangen aanvragen;
  5. de beschikbare middelen worden daarbij aangewend op de wijze als hierboven beschreven in de eerste alinea onder 'Werkwijze';
  6. het risicomanagement wordt vormgegeven door de regelingen en beperkingen neergelegd in de statuten en Reglementen, evenals de met de vermogensbeheerder of bank gemaakte afspraken, de statutaire vertegenwoordigingsregeling en bancaire tekeningsbevoegdheid;
  7. op de websites van de Stichting en de SMF wordt uitgelegd hoe aanvragen voor donaties kunnen worden ingediend; aanvragen voor donaties worden besproken en beoordeeld tijdens bestuursvergaderingen; in urgente gevallen kan besluitvorming ook buiten vergadering plaatsvinden (via email of telefonisch);
  8. in SMF verband is de voorzitter gemachtigd om met inachtneming van de geldende criteria namens de Stichting aanvragen van geringe omvang af te handelen en bijdragen toe te zeggen tot een maximum van €500 per aanvraag en €2.000 per kalenderjaar;
  9. donaties kunnen worden toegekend onder het stellen van voorwaarden;
  10. communicatie met de aanvragers geschiedt door de administrateur dan wel de voorzitter of een ander lid van het Bestuur; in geval van SMF aanvragen geschiedt dit door het secretariaat van de SMF;
  11. bij het beoordelen van subsidieaanvragen hanteert het Bestuur in beginsel de volgende criteria, met inachtneming van onder meer de doelstelling van de Stichting, prioritering tussen de voorliggende aanvragen, de beleggingsresultaten en de beschikbare middelen: a. valt het project binnen de statutaire doelstelling van de Stichting; b. onderbouwing en haalbaarheid van het project (o.a. krijgt men de financiering rond); c. draagt de donatie bij aan de realisatie van een tastbaar product of een object van blijvende aard (m.a.w. in beginsel geen bijdragen aan operationele kosten, geen bijdragen aan exposities); d. in beginsel geen bijdragen aan de totstandkoming van boeken; e. is het project in zekere mate uniek in zijn soort; f. wie zijn andere geldgevers voor het project en de vraag of de aanvrager andere mogelijkheden heeft om fondsen te werven; g. in het geval van SMF aanvragen, de standpunten van de andere betrokken fondsen; en h. andere aspecten die het specifieke geval betreffen en die de mate van sympathie voor het project en de behoefte aan een bijdrage (ook in vergelijking met andere voorliggende aanvragen) bepalen; al dan niet in het kader van de SMF kan het Bestuur normen stellen of maxima bepalen voor bepaalde soorten aanvragen (bijvoorbeeld van scouting groepen);
  12. de Stichting beoogt een duurzame bedrijfsvoering; correspondentie geschiedt per email en vergaderstukken worden beschikbaar gesteld via de website;  in het Financieel Reglement is bepaald dat bij het te voeren beleggingsbeleid de Stichting er naar streeft geen beleggingen in portefeuille te hebben die sociaal en maatschappelijk gezien verwerpelijk zijn; hetzelfde geldt bij het toekennen van donaties voor de beoordeling van aanvragers en hun doelstellingen; bij benoeming van bestuursleden wordt rekening gehouden met een diverse samenstelling van het Bestuur;
  13. het Bestuur streeft naar openheid en transparantie bij en over zijn activiteiten, ook als die in voorkomend geval door slechts één of enkele leden van het Bestuur worden uitgevoerd; op iedere Bestuursvergadering wordt verslag gedaan van de plenaire of individuele activiteiten van Bestuursleden namens of voor de Stichting in de afgelopen periode; tijdens Bestuursvergaderingen en daarbuiten zijn de leden van het Bestuur, en de administrateur, er voortdurend alert op dat de activiteiten van de Stichting en de besluitvorming van het Bestuur plaatsvinden in overeenstemming met de statuten, dit Beleidsplan en de Reglementen;
  14. het Bestuur houdt toezicht op zijn eigen functioneren; vermeende tekortkomingen, risico's en inbreuken op geldende regels of afspraken kunnen te allen tijde door ieder lid van het Bestuur aan de orde worden gesteld; ieder lid van het Bestuur kan te allen tijde alle gewenste informatie opvragen bij de andere Bestuursleden of de administrateur; tenminste eenmaal per jaar doet de door de Stichting gecontracteerde vermogensbeheerder persoonlijk verslag tijdens een bestuursvergadering; de concept jaarrekening en accountantsverklaring worden tijdens een bestuursvergadering besproken;
  15. het Bestuur ziet er op toe dat zijn samenstelling en taakverdeling voortdurend naar behoren zijn met inachtneming van het Reglement Richtlijnen benoeming leden van het Bestuur en de geldende statutaire bepalingen; in vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien; jaarlijks – in beginsel tijdens de laatste vergadering van het jaar – wordt het functioneren van het Bestuur en zijn leden geëvalueerd tijdens een bestuursvergadering;
  16. de statuten bevatten een regeling voor het geval een lid van het Bestuur een direct of indirect persoonlijk of kwalitatief belang heeft dat strijdig is met dat van de Stichting; ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling en conflicterende belangen geven de leden van het Bestuur hun nevenfuncties, en wijzigingen daarin, op aan de administrateur; als norm geldt dat er geen banden mogen bestaan met ontvangers van subsidies van de Stichting (behoudens in het geval van het lid van het Bestuur dat afkomstig is uit het reddingwezen, zoals voorzien in het Reglement Richtlijnen benoeming van leden van het Bestuur); indien een lid van het Bestuur een (mogelijk) conflict ziet, meldt hij of zij dit aan de voorzitter met een kopie aan de andere leden van het Bestuur; in geval van acceptatie van een nieuwe functie geeft hij of zij dit op aan de administrateur met een kopie aan de andere leden van het Bestuur;
  17. naast het opmaken van de jaarrekening over het voorgaande kalenderjaar maakt het Bestuur een bestuursverslag op; dit (of een uittreksel daarvan) wordt na vaststelling geplaatst op de website, tezamen met (een verkorte versie van) de staat van baten en lasten;
  18. in gevallen waarin dit Beleidsplan of de Reglementen niet voorzien beslist het Bestuur met inachtneming van de statuten en waar relevant de Reglementen, dit Beleidsplan en de Code.

 

Aldus vastgesteld tijdens de bestuursvergadering gehouden op 18 november­­­ 2020.

 
 
 
Code Goed Bestuur ANBI instelling
 
secretariaat
Nicolaas Hennemanpad 85
1961 GT Heemskerk